• Home
  • Een werkdag op kantoor van een klantmanager SHV

Met een kop koffie start je je computer op

Vandaag werk je op kantoor. Met een kop koffie start je je computer op en kijk je wat er in je agenda staat voor vandaag: om 10 uur heb je een startgesprek, om 13.30 uur een afspraak en om 15.00 uur een overleg. 

Ondertussen word je gebeld. Het is een inwoner waar je vorige week een startgesprek mee hebt gehad. Je hebt de inwoner na het gesprek een aanvraag meegegeven. De inwoner gaf tijdens het startgesprek aan dat hij het invullen van formulieren erg lastig vindt. Ook internetbankieren lukt hem slecht. Daarom heb je contact gelegd met een vrijwilligersorganisatie die hem gaat  helpen om alle stukken voor de aanvraag te verzamelen. Hij heeft nog wat vragen over de in te leveren gegevens en die beantwoord je. 

Nog een telefoontje: Een budgetbeheerklant belt in paniek. Haar auto start niet meer. Ze moet haar kinderen naar de opvang brengen en daarna door naar haar werk. Je laat de inwoner uitpraten en probeert haar te kalmeren. Je geeft aan dat ze de garage moet bellen zodat die haar verder kunnen helpen. Dat is financieel gezien geen probleem want je hebt tijdens het bespreken van het budgetplan met de klant een reserveringspotje voor de auto aangemaakt. Hier wordt maandelijks geld in gestort en er is voldoende geld beschikbaar. Je vraagt de klant om de factuur op sturen. Daarna geeft ze aan dat ze graag een dagje weg wil met de kinderen. Je moet haar helaas mededelen dat ze niet genoeg geld gespaard heeft. Maar je geeft aan dat er zeker al wel wat geld gespaard is en ze volgende maand wel kan. 

Om 10 uur heb je je eerste gesprek van de dag. De klant is erg emotioneel, hij is heel gespannen voor dit gesprek. Hij kampt al jaren met schulden en schaamt zich hier erg voor. Nu hij een brief van de woningbouw heeft gekregen was voor hem de maat vol; hij moet hulp gaan zoeken. Na het aanhoren van zijn verhaal vraag je of hij wel eens heeft gehoord van bewindvoering. Dat heeft hij niet. Je legt hem uit wat dit inhoudt en beantwoordt zijn vragen hierover. Als alles hem duidelijk is geeft hij aan dat hij denkt dat dit hem kan helpen. Na het startgesprek regel je dat hij in contact komt met een geschikte bewindvoerder.

Vervolgens doe je nog wat betalingen voor je budgetbeheerklanten en is het alweer pauze. 

Na je pauze maak je een verslag van het gesprek van die ochtend. Daarna bekijk je een nieuwe aanvraag die is binnengekomen. De klant kan wel alle schulden betalen maar heeft veel hoge betalingsregelingen waardoor hij er niet meer uitkomt. Je bedenkt alvast welk product het best passend zou zijn voor deze klant. 

Daarna heb je een afspraak met een klant die bij je in budgetbeheer zit. Ze geeft aan dat het goed gaat met haar weekgeld en bedankt je voor de bespaartips die je hebt gegeven. Jullie nemen het budgetplan nog eens samen door en brengen wat wijzigingen aan. Daarna bespreken jullie aan welke competentie mevrouw de komende tijd gaat werken. Ze wil graag leren hoe ze in de toekomst zelf haar administratie goed kan bijhouden. Hiervoor bedenken jullie samen een plan. Inmiddels zijn haar financiën stabiel genoeg om een schuldregeling op te starten. Dus bespreek je nog een keer alle ins en outs van een schuldregeling en onderteken je met haar de benodigde documenten.

Je kunt daarna gelijk door naar het overleg. Met een aantal collega’s van de afdeling bespreek je hoe het aanvraagproces verbeterd kan worden. 

Na het overleg kijk je in het systeem of alle schuldeisers van een andere klant gereageerd hebben op het ‘verzoek saldo-opgaaf'. Nog niet alle schuldeisers hebben binnen de gevraagde termijn gereageerd, daarom zet je een herhalingsbrief klaar en vraag je de administratie deze te versturen. 

Je beantwoordt nog wat mails en overlegt met een collega van een andere afdeling over een gezamenlijke klant. Daarna is het alweer tijd om naar huis te gaan.